fix bar
fix bar
fix bar
fix bar
fix bar
fix bar

Pestprotocol

Pesten op school

Op onze school willen we alle kinderen een gevoel van veiligheid bieden, zodat ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. In de klassen wordt gewerkt met de methode Leefstijl. Leefstijl is een structureel en preventief programma dat kinderen helpt om hun sociaal-emotionele vaardigheden te ontwikkelen. Om een aantal te noemen: samen spelen, samenwerken, praten, luisteren, rekening houden met elkaar, zelfvertrouwen opdoen, gevoelens uiten, omgaan met verschillen, conflicten oplossen en omgaan met groepsdruk. Ook komen media-educatie, gezondheidsvaardigheden en burgerschap aan bod. Allemaal essentiële basisvaardigheden die voor kinderen belangrijk zijn om goed te kunnen functioneren. Zowel nu op school, thuis, als later wanneer zij volwassen zijn.

Toch komt pesten helaas op elke school voor, ook bij ons.

We willen als school dit serieus aanpakken en daarom hebben wij dit pestprotocol.

 

Doel pestprotocol

Het voorkomen van pestgedrag op onze school en het adequaat reageren als pestgedrag gesignaleerd wordt door leerkrachten, leerlingen en/of ouders.

Dit willen we bereiken door regels en afspraken zichtbaar te maken zodat kinderen en volwassenen elkaar kunnen aanspreken als er zich situaties voordoen die ongewenst zijn.

Door het protocol te volgen ontstaat er samenwerking tussen leerkracht, pester,  gepeste, overige klasgenoten en ouders. Dit wordt de vijfsporenaanpak genoemd.

Uitgangspunten van beleid

Wat is pesten?

Een kind dat herhaaldelijk is overgeleverd aan negatief gedrag wordt gepest.

Pesten moet als een probleem worden gezien door alle betrokken partijen: leerlingen, leerkrachten en ouders (vijfsporenaanpak).

Als pesten optreedt moeten leerkrachten, in samenwerking met ouders en leerlingen, duidelijk stelling nemen.De school moet actief proberen pesten te voorkomen. Pesten moet worden besproken en regels worden na dit gesprek vastgesteld. Wanneer pesten ondanks de regels en afspraken de kop opsteekt, beschikt de school over een directe aanpak.

Voorbeelden van pesten zijn:

  • Niet mee mogen doen
  • Spullen kapot maken of afpakken
  • Niemand wil naast een leerling zitten
  • Roddelen
  • Er wordt niet geluisterd naar de leerling
  • Een leerling wordt opgewacht of achtervolgd
  • Belachelijk maken
  • Discrimineren
  • Duwen en porren
  • Bedreigen
  • Uitschelden
  • Slaan, schoppen- en aanraken

 

Overeenkomsten bij pesterijen

  • De daders zijn sterker, ouder of met meer.
  • Het pesten is tegen de zin, maar de leerling kan het niet stoppen
  • Het gebeurt langer achter elkaar ( soms weken en /of maanden )
  • Het gebeurt meestal zo dat volwassenen het niet merken.
  • Gepeste leerling heeft verdriet en pijn, het pesten maakt angstig of bang.

 

Regels

Een effectieve methode om pesten  tegen te gaan of te stoppen is het afspreken van regels.

De regels worden  met en door de kinderen opgesteld en noemen we de groepsregels, die weer gekoppeld zijn aan onze vier schoolregels.

 

Aanpak van ruzies en pestgedrag

  1. Er eerst zelf of samen uitkomen.
  2. Op het moment dat de leerling er niet uitkomt en de verliezer wordt  gaat deze leerling naar de juf of meester.  Een medeleerling kan dit ook doen, omdat we met elkaar verantwoordelijk zijn voor de sfeer in de groep.  Dit is in dit geval geen klikken!
  3. De leerkracht spreekt met alle partijen en probeert samen tot een oplossing te komen.  Bij herhaling  van pesterijen/ruzies volgen sancties.
  4. Bij voortdurende ruzies neemt de leerkracht duidelijk stelling en houdt een bestraffend gesprek met de leerling die pest/ruzie maakt.

Nu treden de fasen van consequenties in werking.

 

Consequenties

De naam van de pester /ruziemaker wordt genoteerd in ParnasSys.

De leerkracht begeleidt en biedt hulp aan de gepeste en begeleidt ook de pester.

 

Stap 1

  • Een of meerdere pauzes binnen blijven.
  • Bij het hek of de deur staan.
  • Nablijven tot alle kinderen naar huis vertrokken zijn.
  • Een oeps –opdracht schrijven
  • Door een gesprek wordt het kind zich bewust van wat hij/zij met het gepeste kind uithaalt.
  • Met de pester afspraken maken en vastleggen over gedragsveranderingen. De naleving van deze afspraken komen aan het einde van een afgesproken periode aan de orde.
  • Bovenstaande wordt ook met de ouders van de leerlingen gecommuniceerd.

 

Stap 2

  • Een vervolggesprek met de ouders als voorgaande acties op niets uitlopen.
  • De medewerking van de ouders wordt nadrukkelijk gevraagd.
  • De school heeft al het mogelijke gedaan om een einde te maken aan het pestprobleem en deze acties vastgelegd in ParnasSys.

 

Stap3

  • Bij aanhoudend pestgedrag wordt deskundige hulp ingeschakeld zoals schoolmaatschappelijk werk, Centrum Jeugd & Gezin, schoolarts.



Stap 4

  • Bij aanhoudend pestgedrag kan er voor gekozen worden de pester tijdelijk in een andere groep te plaatsen.
  • Het gedragsprotocol treedt in werking.

 

Begeleiding van de gepeste leerling

  • Medeleven tonen en luisteren en vragen : hoe en door wie wordt er gepest.
  • Nagaan hoe de leerling zelf reageert.
  • De leerling leren het niet “uit te lokken”.
  • Zoeken en oefenen van een andere reactie.
  • Het gepeste kind laten zien waarom een kind pest.
  • Nagaan welke oplossing het kind zelf wil.
  • Sterke kanten van de leerling benadrukken.
  • Aandacht geven als de leerling zich anders opstelt.
  • Praten met ouders van gepeste leerling en de ouders van de pester.
  • Het gepeste kind niet overbeschermen.
  • Het pesten in de groep bespreken.

 

Begeleiding van de pester

  • Praten: Zoeken naar de reden van het pesten (baas willen zijn, jaloezie, verveling).
  • Laten zien wat het effect is voor de gepeste leerling.
  • Excuses aan laten bieden.
  • Laten zien dat de gepeste leerling leuke kanten heeft.
  • Leer de leerling de stop-eerst-nadenken-houding.
  • Ieder moet zich aan de regel: niet pesten houden!
  • Contact leggen met thuisfront en bespreken.
  • Inschakelen hulp : schoolmaatschappelijk werk, Centrum Jeugd & Gezin, huisarts.

 

Inzetten overige groepsgenoten

  • Overige groepsgenoten aanspreken op hun verantwoording (“Wie zwijgt, stemt toe”). Zij mogen ook ingrijpen.



ADVIEZEN AAN DE OUDERS

Ouders van gepeste kinderen

  • Houd de communicatie open.
  • Neem uw kind serieus.
  • Probeer eigen emoties in de hand te houden.
  • Ga kijken in spelsituaties.
  • Waak voor overbescherming (dit werkt averechts).
  • Zoek informatie over pesten en bespreek dit met uw kind.
  • Laat uw kind de dingen op schrijven.
  • Op school de situatie met de leerkracht bespreken.
  • Positieve feedback geven aan uw kind.
  • Laat uw kind deelnemen aan weerbaarheidstraining of sociale vaardigheidstraining.

 

Ouders van pesters

  • Probeer achter de oorzaak te komen.
  • Raak niet in paniek, elk kind kan pester worden.
  • Besteed extra aandacht aan uw kind.
  • Leg uit wat het pesten met een ander doet.
  • Corrigeer ongewenst gedrag.
  • Benoem het goede gedrag.
  • Vertel uw kind dat u achter de beslissingen van de school staat.
  • Stimuleer uw kind tot het beoefen van een sport.
  • Laat uw kind deelnemen aan sociale vaardigheidstraining.

 

Alle andere ouders

  • Neem ouders van het gepeste kind serieus.
  • Corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag.
  • Geef zelf het goede voorbeeld.
  • Leer uw kind voor zichzelf en anderen op te komen.

 

Directeur, MR en leerkrachten  onderschrijven dit pestprotocol.

Vastgesteld: januari 2017